Kenniscentrum
Verhuur
Ben je van plan om komend jaar in een woning te investeren? Houd dan rekening met een verhoging van de overdrachtsbelasting.
Voor de aankoop van woningen die niet als hoofdverblijf dienen, betaal je vanaf 2021 niet 2% maar 8% overdrachtsbelasting. Deze verhoging geldt niet alleen voor woningen die verhuurd worden, maar ook voor bedrijfspanden, vakantiewoningen, woningen die ouders voor hun kinderen kopen en woningen in handen van niet-natuurlijke personen.
Voor woningen die wel als hoofdverblijf fungeren, blijft het tarief van 2% gelden.
De gevolgen van deze aanzienlijke stijging bespreken we in deze blog. Maar eerst een stukje achtergrond: waarom stijgt de overdrachtsbelasting eigenlijk?
Overdrachtsbelasting moet betaald worden bij de aankoop van een pand, en komt bovenop de koopsom. Vanaf 2021 wordt deze belastingvorm verhoogd naar 8% voor mensen die een huis kopen om vervolgens te verhuren. Het gevolg is dat beleggers en investeerders per aankoop duizenden euro’s meer moeten gaan betalen.
Met de Wet differentiatie overdrachtsbelasting wil het kabinet Rutte-III beleggers ontmoedigen om hun geld in woningen te investeren, zodat starters en doorstromers meer kansen krijgen op de woningmarkt.
Daarnaast profiteren starters vanaf 2021 van een eenmalige startersvrijstelling. Hier zijn wel een aantal voorwaarden aan gebonden. Zo mag de koper niet ouder zijn dan 35 jaar, moet de woning als hoofdverblijf gebruikt worden en mag de woning niet duurder zijn dan € 400.000.
De wet is reeds aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste kamer stemt op 15 december 2021 over het voorstel.
De wijziging van de overdrachtsbelasting heeft een aantal gevolgen:
Allereerst zorgt de stijging van de overdrachtsbelasting ervoor dat het voor beleggers minder aantrekkelijk wordt om in woningen te investeren. Hierdoor krijgen starters meer kansen om een huis te kopen, met name in gebieden waar nu veel huizen gekocht worden voor de verhuur.
Dit is goed nieuws voor de starters, maar voor investeerders zijn de verhoogde tarieven een tegenvaller. De hogere overdrachtsbelasting gaat hen namelijk veel meer geld kosten.
Een rekenvoorbeeld om het verschil te duiden:
Bij aankoop van een beleggingspand van €300.000, betaalde je in 2020 €6.000 aan overdrachtsbelasting. Na ingang van de nieuwe regeling in 2021 wordt dat €24.000.
Een interessante mogelijkheid voor investeerders is om een nieuwbouwwoning aan te schaffen, in plaats van een bestaand pand dat al in gebruik is. Je bespaart in deze situatie 8% overdrachtsbelasting, omdat er geen kosten koper (k.k.) worden gerekend als een woning vrij op naam wordt verkocht.
Maar let op! Hier tegenover staat wel dat er 21% BTW over het aankoopbedrag betaald moet worden. Dit is echter in veel gevallen direct terug te vorderen, wat nieuwbouwwoningen interessant maakt om aan te schaffen voor de verhuur.
Overdrachtsbelasting kun je niet aftrekken als kosten van een onderneming. Je moet de overdrachtsbelasting optellen bij de boekwaarde van de onroerende zaak.
Dit wil echter niet zeggen dat het kopen en verhuren van een huis niet meer lucratief is.
Hoewel het aankopen van vastgoed duurder wordt, blijft beleggen in vastgoed een goede manier om een passief inkomen te genereren.
Stenen zijn een rendabele investering voor de lange termijn, doordat ze hun waarde behouden. En door bijvoorbeeld een lichte verhoging van de huurprijs, kun je de extra uitgaven rondom de overdrachtsbelasting in een aantal jaren terugverdienen.
Stoit Groep kan met de investeerder een passende verhuurstrategie opstellen om optimaal rendement te maken. Neem gerust contact met ons op: wij staan voor je klaar.
Lees op onze blog meer informatie rondom het verhuren van woningen.
